Overweging Hoogfeest van Pasen
12 april 2020Schriftlezingen: Gen. 1,1-2,2; Gen. 22,1-18;Ex. 14,15-15,1 en Mt. 28,1-10)(A)
Alles is anders dan gewoonlijk. Sinds eind februari is Nederland, is Europa en is de wereld in de ban van het virus. De Goede Week was ook anders dan gewoonlijk. En net als deze viering hebben wij de vieringen van de afgelopen weken steeds gevierd zonder u, de parochianen van onze parochie, in deze lege kale kerk. In deze leegte. In deze situatie wordt het Pasen. Heel vroeg – het was nog donker – gaan de vrouwen naar het graf, om het lichaam van Jezus te verzorgen. Maar het graf is leeg. Ook Johannes en Petrus komen tot die ontdekking: Het lichaam van Christus is er niet. De leerlingen hebben op dat allereerste moment nog geen weet van de verrijzenis; ze kunnen alleen maar de leegte constateren. Jezus’ lichaam ontbreekt. Ook voor velen van u zal het een leegte, een gemis zijn dat u – uitgerekend met Pasen – de gave van Jezus’ Lichaam in de Eucharistie niet kunt ontvangen. Jezus’ Lichaam ontbreekt. Voor priesters is het evenzeer een offer: de gemeenschap van gelovigen, de kerkgemeenschap, ervaren we immers ook als Lichaam van Christus. Om Eucharistie vrijwel alléén te vieren, betekent een vergelijkbaar gemis. We constateren allen die leegte en vinden er moeilijk woorden voor.
Zo vinden wij ook geen woorden als we kijken naar de dagelijkse uitzendingen van het programma Frontberichten op NPO2. Zij geven ons een macaber beeld van de werkelijkheid: een werkelijkheid vol lijdenswegen van mensen. ‘Voor de kruisweg hoeven we de kerk helemaal niet in’, zei Leo Fijen in de Volkskrant van vrijdag. ‘We zien de veertien staties zich deze dagen als het ware voor onze ogen ontvouwen. We zijn er getuigen van dat mensen vallen, sterven, maar ook weer opstaan. De mensen staan langs de kruisweg van 2020. Pasen was nooit zo nabij’. En daar heeft hij helemaal gelijk in.
De coronacrisis zit als je het goed bekijkt vol verwijzingen naar Pasen, ze valt om te beginnen precies gelijk met de veertigdagentijd, de periode van vasten en bezinning. Wij zijn daar hier op Aswoensdag op 26 februari mee begonnen, met een stampvolle kerk. En toen kwam er vanaf 1 maart angst, onzekerheid en ontreddering die culmineerde in de eenzame kruisdood van Jezus op Goede Vrijdag. ‘Hoe het daarna verder moet met de ontredderde wereld en met Jezus’ boodschap van liefde? Niemand die het wist. Het werd doodstil. Stille Zaterdag. De leerlingen waren bang en in verwarring, precies zoals veel mensen dat ook tijdens de huidige coronacrisis zijn; op paasmorgen was het ook nog donker om hen heen, was hun geest nog niet verlicht. Pas als zij de Verrezen Christus zien, zal hun duidelijk worden dat door lijden en sterven heen Christus de weg naar het eeuwig leven heeft gebaand. Eeuwig leven voor ons allen. Volstrekt onverwacht volgde Pasen met een boodschap van hoop. De dood heeft niet het laatste woord. Na de crisis is er toch nieuw perspectief, is er nieuwe hoop. De leerlingen van Jezus gaan uiteindelijk, na het grote verdriet om zijn verscheiden, gesterkt door Pasen verder in zijn voetspoor.
Ze gingen door. Anders dan daarvoor. En zo zullen wij ook anders door moeten gaan. Leo Fijen hoopt dat corona de mens ‘milder, bescheidener en liefdevoller’ zal maken. En dat denkt hij aan de parabel van de boomlange kluizenaar en de lage deuropening: steeds als hij naar buiten ging, moest hij diep buigen. Een oefening in nederigheid die hem ervan weerhield de deuropening aan zijn lengte aan te passen. Er zal ongetwijfeld ook meer besef van kwetsbaarheid in ons mensen ontstaan. Meer besef dat een mensenleven niet in geld is uit te drukken. En hopelijk ook solidariteit tussen generaties. Maar hoe dan ook is de veertigdagentijd van de sociale onthouding helaas nog niet ten einde. Hopelijk met Pinksteren. Dan zullen Pasen en Pinksteren op één dag vallen. En zullen we denk ik terug denken aan deze quarantaine als niet alleen een periode van economische rampspoed en eenzaamheid en misère, maar ook als een tijd waarin de verbeelding de ruimte kreeg, en waarin wij dichter tot elkaar kwamen.
Het is een goede gewoonte dat we op Palmzondag een takje achter het kruis steken: een jong, fris palmtakje, teken van ons geloof dat het kruis dat op ons pad komt niet het laatste woord heeft; dat het laatste woord Leven is, eeuwig leven. Ondanks alle onzekerheid en verdriet die ons overkomen, mogen we aan dat Woord vasthouden. Christus, het Woord dat leven geeft, leven in overvloed, is en blijft onze zekerheid. In die geest wens ik u, ook en juist in deze dagen, een Zalig Pasen.
Amen.
© 2019 Sandor Koppers